Doorgaan naar hoofdcontent

Van heilige paddenstoel tot heidense drug

Archeologische vondsten laten zien dat het gebruik van hallucinogene paddestoelen in de Nieuwe Wereld teruggaat tot 1500 jaar voor onze tijdrekening en tijdens haar bloeiperiode verspreid was van Mexico tot Guatemala. Bekend zijn de paddestoelstenen, stenen beeldjes van paddenstoelen waarvan de steel werd vervormd tot mensachtige of dierlijke figuren. Vanaf het midden van de 16de eeuw berichtten verscheidene conquistadores en wetenschappers (Sahagün, Hernandez,...) over het gebruik van hallucinogene paddestoelen bij religieuze rituelen in Mexico. Deze paddenstoelen worden door de inlandse bevolking teonanacatl, vlees van de goden, genoemd. Dit gebruik mishaagde de bezetters en de Spanjaarden verklaarden de oorlog aan deze'heidense' riten. De cultus van de bloempjes van de goden, zoals de indianen ze soms ook noemen, werd daardoor teruggedrongen tot enkele afgelegen bergstreken.

Het gebruik van deze hallucinogene paddenstoelen raakte in de vergeethoek, totdat in de late jaren '50 de publicaties van Wasson & Wasson, Guzman e.a. definitief de aandacht van de westerse wereld op dit gebruik vestigden. Deze wetenschappers namen actief deel aan de paddenstoelenceremonies, beschreven en identificeerden de gebruikte soorten, brachten ze in cultuur en onderzochten de psychotrope effecten.
De meeste gegeten hallucinogene paddestoelen in Mexico behoren tot het geslacht Psilocybe, een plaatjeszwamgeslacht uit de familie van de Strophaceae.

Psylocibine
Onder leiding van Hofmann, de ontdekker van de drug L.S.D., isoleerden biochemici in het Zwitserse Sandoz laboratorium als eersten de psychotrope stoffen uit de Psilocybe soorten (Hofmann et al., 1959). Dit resulteerde tot de beschrijving van psilocybine en psilocine : de eerste in de natuur gevonden scheikundige stoffen met een indolkern. De sterke gelijkenis die deze stoffen vertonen met serotonine - een neurotransmitter die een rol speelt bij de biochemische werking van de hersenen - verklaart de psychotrope effecten die optreden bij inname van deze zwammen. Doses van 5-15 mg veroorzaken bij de mens bedwelming, slaapzucht, euforie of depressie, visuele en auditieve hallucinaties,... Via deze paddenstoelen communiceren de Mexicaanse Indianen met de godenwereld, waarbij toekomstbeelden werden opgeroepen.

De natuurlijke concentraties van psilocybine en psilocine in Psylocibe soorten variëren van 0.02 tot 1.5 % en kunnen ook binnen dezelfde soort sterk schommelen. De aanwezigheid van psilocybine en ook psilocine werd ondertussen ook al aangetoond in paddenstoelen uit andere genera (Stropbaria, Panaeolus, Inocybe, Gymnopilus, Conocybe en Pluteus).

Misbruik
De opheldering van de mysteries rond teonanacatl had voor gevolg dat gedurende de volgende decennia het (vaak illegale) gebruik van diezelfde of nauw verwante hallucinogene paddestoelen voor « recreatieve » doeleinden zich snel verspreidde in Noord-Amerika, West-Europa en Zuid-Oost-Azië. Hierbij ontstond zelfs een handel van inactieve paddenstoelen die vooraf met L.S.D. werden ingespoten. In Mexico werden de traditionele ceremonies ontheiligd door 'toeristen'; de sjamaan Maria Sabina verklaarde dat het godenvlees zijn sacrale kracht verloren had.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Kruidig wandelen in de Queyras

In de Franse Queyras. In Chateau-Ville-Vieille, waar we in gite, op camping en in motorhome verblijven.  We wandelen van Chateau-Ville-Vieille naar Aiguilles. Niet langs de grote weg maar langs het natuurgebied van de Astragale Queu de renard. Deze vlinderbloemige plant is nu met het warme weer al volledig uitgebloeid maar staat toch met zijn beige zaadpluim volop te pronken. Op de website van Florealpes wordt deze soort als volgt beschreven. Cet astragale ne passe pas inaperçu. Ses énormes grappes de fleurs jaunes et brunes l’ont rendu emblématique du Queyras, région où il est très présent. Le fait qu’il soit localement très présent n’enlève rien au fait qu’il soit protégé au niveau national . Ook andere warmteminnende, Zuiderse planten vinden we hier meer, als we tenminste rond 1500 meter hoogte blijven wandelen, maar dat zijn we natuurlijk niet van plan. Andere soorten met een mediterrane oorsprong zijn Centranthus angustifolius (Smalbladige spoorbloem), Laserpitium gallicum (Lazerk

IJzerhard in de magie

IJzerhard of Verbena officinalis was in oude kruidenboeken een onmisbaar bestanddeel van toverkruiden. Heksen en andere magiërs droegen ijzerhard als kousenband als ze op weg gingen naar de heksensabbat. Ook tovenaars konden kousenbanden van ijzerhard niet missen, simpelweg omdat dit kruid onvermoeibaar maakte. Als een touw rond het middel gedragen werden de krachten van deze plant nog versterkt. Kousenbanden en kruidenvrouwen Niet alleen heksen waren op de hoogte van de kracht van ijzerhard. In veel streken in ons land en in Duitsland droegen jongeren in vroeger jaren kousenbanden van ijzerhard of ze stopten een stukje van de plant in hun schoen. In tijden waarin afstanden aangegeven werden met zoveel uren gaans, was dat een nuttig middel. De heksen, die tevens kruidenvrouwen waren, wisten ijzerhard op de juiste manier te gebruiken als geneeskruid, maar ook het gewone volk had vertrouwen in deze plant. De Verbena werd zelfs heilig genoemd en gold als Venuskruid met wonderkrachten, voo

Bonenkruid, geschiedenis en gebruik

Satureja hortensis, is een klein, eenjarig plantje uit de familie van de lipbloemigen, het is inheems in Zuid Europa en het Middellandse Zeegebied. De Satureja montana L. is een winterharde, overblijvende plant, die niet zoveel als toekruid gebruikt wordt als de Satureja hortensis, die fijner is van smaak en geur. De zeer aromatische bladeren en de zachte uiteinden van de stengels vormen de bekende kruiderij. Bonenkruid in het oude Rome In het oude Rome kende men bonenkruid als groente en als kruiderij. Vermengd met wijn vormde het kruid een saus, die geserveerd werd tijdens feestmalen. Oude kronieken geven aan dat bonenkruid, dat een peperachtige smaak heeft, bij de Romeinen bekend was voordat de eerste hoeveelheden echte peper vanuit India aangevoerd werden. Zoals de Latijnse naam Satureja aangeeft, dacht men dat de satyrs deze plant uitverkoren hadden als hun favoriet en dat zou de reden kunnen zijn, waarom men haar vroeger en ook nu nog als een de geslachtsdriftopwekkend middel bes